dinsdag 30 oktober 2012

Blogwedstrijden: help! Spammen en stemmen en tsunami's aan likes!!

Ik heb een klein verzamelingetje opgebouwd van wel tien mails. Van aardige mensen, die mij wijzen op het verschijnsel blogwedstrijd.
Eh... wat dat is? Wie het leukste stukkie tikt natuurlijk.
Die aardige mensen denken dat ik dan misschien wel ga winnen, althans dat mailen ze, omdat ik soms leuke stukjes heb op deze blog.
Dank voor het compliment.
Een mailer memoreerde nog deze blog, die zowel gemeente als provincie liet communiceren, onderling en met elkaar, hetgeen toch echt een verdienste is. Dat vind ik zelf eigenlijk ook wel een grandioos gevolg van blogkracht. Wat ook leuk is: een Duitse bewonderaar van mijn uiterlijk mailde dat hij met zijn gebrekkige Nederlands toch altijd mijn blog leest en dan weer een beetje het Zwin proeft. Hij adviseerde mijn blog uit te geven, (in print bedoelt hij, hij is denk ik wat ouder) en dan te vertalen in het Duits.

Nu ik eens een rondje google, merk ik: de blogwedstrijd is een trend. Niet zozeer om jonge schrijvers te scouten, de blogwedstrijd is meestal niet het idee van een wakkere uitgever om tiktalentjes van twintig op te sporen, nee, het is MARKETING. De blogwedstrijd  is (zie eerdere blog over online stemmen) een kwestie van virale marketing, een nieuwe wijnsoort in de oude zak van hoortzegthetvoort. Bloggen. En dan: spammen en stemmen. Twitteren en liken. En dan is er vervolgens iemand die daar garen bij spint. Namelijk: de wedstrijduitschrijver en diens toko.
Zo stuitte ik op een schoenenblogwedstrijd. Kijk hier.De marketeer gaat viraal.

Het leukste stukkie tikken over schoenen! Dat kan ik best. Ik heb geen schoenen, sta met mijn voeten in het zand. In een sokkel! Daar zou ik best een lollig stukje over kunnen tikken. Mijn maker is namelijk verslingerd aan schoenen - op het idiote af. De schoenenbon lonkt.
Maar deze godin gaat warempel principes krijgen, terwijl ik tegen principes ben... Ik doe niet mee aan een marketingactie. De Zwingodin gaat NIET viraal.

Geen gelazer dus meer dus met likes en kliks. Overigens, laat duidelijk zijn: ik omarm natuurlijk eenieder die mij liket (likedt?), maar het spammen en bedelen, het zeuren om kliks, ik pas. Likedt u vooral wanneer u echt en niet in de laatste plaats oprecht likedt en niet omdat ik een bon voor schoenen aanbied, een gratis fossiel, een gedicht, of mijn nieuwe passie: een zwaaifoto.

Dus: niemand hoeft mijn schoenenblogje te liken.
Over likes verzamelen gesproken.
Op mijn twitteraccount blert iemand dat zijn bericht 200 likes heeft. Het is, godbetert, en bericht over een haarproduktenbedrijf. En nu krijgt-ie gratis haarverf. Het is echt waar!
Wind je niet op, zegt iemand aan mijn paalhoofd. Je had het toch zelf over oude wijn? Het is gewoon een variant op folders lopen voor een paar euro.
Ja, maar toen was het nog duidelijk dat het reclame was...

Ik merk een groeiende afkeer van stemmen en spammen en kijken en liken. Maar dat is wel weer vreemd voor iemand die haar bestaansrecht ontleent aan de sociale media. Ik verdiep me verder in het verschijnsel blogwedstrijd, en lees wat bijdragen om te pogen van mijn conservatisme af te komen.  Graag zou ik namelijk alles toejuichen, ik BEN immers een blog- en twitter- en facebookaccount.
Googlen is altijd leuk. Had ik een taalcolumn, dan kon ik goede sier maken. Met blogwedstrijdwoorden. Op nummer 1 (ik meen dat de observatie al eerder gedaan is): een tsunami aan... (jawel, een tsunami aan blogwedstrijden, maar ook: een tsunami aan televisietalentenjachten, een tsunami aan reacties op regeerakkoord  en nu ja, tsunami's aan alles dat veelvuldig voorkomt. Dus ook een tsunami aan likes - sic!!!

En jawel, daar stuit ik op een blogwedstrijd van de Zeeuwse bibliotheek, ook al omdat vier van de tien mailers deze week opmerken dat ik daar beslist aan moet meedoen. Zeeuwse bibliotheek? Dezelfde organisatie die opriep tot stemmen op het Zeeuwse Boek voor de Zeeuwse Boekenprijs, de wedstrijd waaraan ik meedeed met Zeeuwse Jongens. Dat was de virale marketingactie waarvoor ik van mijn half ontwikkelde principes wilde afwijken. Het Zeeuwse boek, dat is een prachtig doel, en mijn Zeeuwse Jongens gun ik een mooi leven -anders dan schoenen of haarverf.

Wat is dan nu het doel? De actie komt beslist uit de koker van dezelfde mensch - vanzelfsprekend een net afgestudeeerd communcatiemensch, met verse skills in de sociale media.

Ik verdiep mij in deze nieuwe actie en zie dat het wederom een goed doel betreft, de bieb trekt ter gelegenheid van de Week van de Mediawijsheid een zeer goede blogger achter zijn computer vandaan en die mag aan Zeeuwse bloggers uitleggen hoe je zoal blogt. Hij heet Erst Jan Pfauth, en hij blogt voor NRC en hij geeft aan de Zeeuwen een gratis masterclass. Nu ja, gratis... Als je, en daar komt ie, als je meedoet aan de wedstrijd, mag je ook meedoen aan de masterclass. Gratis dan dus. En als je tegen Zeeuwen gratis zegt...

Wat wordt hier verkocht?
Educatie! Ontwikkeling! Groei! Bloginzicht!
Gunst, het is niet gemakkelijk om een standpunt te hebben. Dit is natuurlijk weer een beregoed doel. (Net aan mijn paalhoofd een discussie gehad of het beregoed is of berengoed, misschien dat Erst Jan het weet, volgens wit boekje bere, groen boekje beren?)

Meedoen? eh... in honderd woorden. Ik ben nogal lang van stof, (dat zul je beamen als je tot hier leest). En de regel van deze blogwedstrijd wil:  honderd woorden.

Goed. Meedoen. 
Ik heb een lijstje blogonderwerpjes liggen. Het zwaaien met mijn telefoon (zie vorige blog en facebook), wat perfecte fictie oplevert, en in beeld soms al mijn woorden overbodig maakt. Op twee staat: het gebruik van DU door Duitsers op het strand, in de gebiedende wijs (na een hele zomer DU DU DU zie ik een jij-cultuurverschilletje) op drie staat mijn nieuwe zilveren jas en het commentaar in termen van Christo (die Christo heeft wat gedaan met de mensen, als je als kunstwerk een beschermlaagje krijgt, dan heeft iedereen het erover, misschien kan Erst Jan ook een cursus observaties aanbieden). 
Wat te doen? 
Meedoen. Het is altijd prijs namelijk, want een gratis masterclass. 
Ik ben al  halverwege Christo als ik zie dat het onderwerp social media moet zijn. Ofwel: 'dat Facebook mijn leven is', en 'ik blog dus ik besta'. 
Dat wordt lastig, ik heb net Facebook en die stomme onechte likes zitten relativeren. En 'ik blog dus ik besta', dat is zo ongeveer mijn bestaansrecht want zonder blog besta ik niet. MAAR daar heb ik 2000 woorden voor nodig. Hoe leg ik uit waarom ik besta? Iets met virtuele personages, ontwikkeling buiten de realiteit, hou maar op, dat lukt niet in 100 woorden, dat wordt abstract en pseudo-literair gezwatel. Wat best ergens op slaat, maar niemand in geinteresseerd is ben ik bang. Wat ik probeer in de loop der jaren is om dat niet uit te leggen maar om het te laten zien. Dat leer ik soms zelf wel eens aan mensen als ze een stukkie tikken om te publiceren. Don't tell it, show it. Zoveel beter. 

Ik klaag op het strand bij de eerste de beste toehoorder over gebrek aan bondige blogkracht - juist in dezen. Hoe leg ik in honderd woorden uit dat ik zonder blog niet besta? Dat ik wil aantonen dat een personage kan ontwikkelen alleen door online interactie? De wandelaar (een brombeer die een hond uitlaat) merkt nuchter op: dan is die masterclass misschien aan jou besteed??



2 opmerkingen:

  1. Er staat toch duidelijk als voorwaarde een blogtekst van minimaal 100 woorden.
    Waarom je het in Word moet aanleveren vind ik eigenaardig. Je kunt toch verwijzen naar je bijdrage op je blog. Alsof 1 blogtekst de waarde van bloggen kan vertegenwoordigen. Belachelijk voor woorden, volgens mij begrijpen ze het daar in Middelburg nog steeds niet of willen ze het niet begrijpen het neigt naar mediaeigenwijsheid.

    http://www.zeeuwsebibliotheek.nl/nieuws/36223.blogwedstrijd-week-van-de-mediawijsheid.html

    BeantwoordenVerwijderen
  2. dank. ERst Jan heeft een hele kluif aan bloggers die niet eens goed kunnen lezen... en dat terwijl het nog wel mijn specialiteit is. lezen. Enfin. Bedankt nogmaals...
    wel een opluchtig trouwens:)

    BeantwoordenVerwijderen